De Zestig van Texel
Vrijdagavond, Utrecht, Tractieweg
Spinning out every minute
Infinity running in circles
One wave will flood a hundred shores
The things that we sacrifice
Things that gave us life
Vrijdagavond. Geen trainingen- voor mij de avond om te onthaasten. Een fles wijn opentrekken en de tijd nemen om uitgebreid te koken. Daarna op de bank hangen en samen een serie bingewatchen of een film kijken. Maar nu ren ik rondjes om de Werkspoorkathedraal waar the Race to Adizero bezig is, een nieuw en hip loopevenement waarbij de snelste lopers en lopers van Utrecht in een afvalrace tegen elkaar racen op een soort kartbaan. Mijn prijsvechtertje Nadia is doorgeschoven van de reservelijst. Hoewel ze zelf weinig verwachtingen heeft en de benen wil sparen voor een wedstrijd op zondag denk ik dat er meer in het vat zit dan ze zelf denkt.
Zoals gebruikelijk ben ik aan de late kant. Ik ben nu driekwart rond de enorme hal. Door de ramen hoor ik keiharde muziek en zie ik de lopers inlopen in uniforme racehemdjes. Waar is die f***cking ingang? Achter een foodtruck staat een deur open. Yes! Ik spring over de stroomkabels en sprint naar binnen. Het is aardedonker. Halverwege staat een glazen wand. Die heb ik met mijn kippige ogen nooit gezien. Zoals dat meestal gaat bij Edwin, hij raakt hem, met volle overtuiging.
Minder overtuigend is de entree in de Zestig van Texel. Die staat al een tijdje in potlood in mijn agenda. De Zestig van Texel heeft in hardloopkringen een magische klank. Zestig kilometer dat is een stuk verder dan een marathon maar het is ook weer geen ultraloop, klinkt als: nog net te doen voor een geoefende marathonloper. Dan is het op een het eiland, en is het een tweejaarlijkse loop. Ofwel: die móet je als doorgewinterde loper een keer gelopen hebben. De vorige loop was in 2022 doe je nu niet mee dan is het weer twee jaar wachten. Ik ben alleen helemaal niet van plan zelf zestig kilometer te gaan lopen het idee is er een leuk weekend van te maken met mijn snelle hardlopers en zorgen dat zij zich op het podium lopen op de estafetteloop.
Maar goed dan kun je als trainer wel willen je lopers moeten dat wel zien zitten en animo is niet dusdanig dat we een volledig team kunnen opstellen. Het maakt wel iets los. Dorreke, trouwe Texel-ganger, wil wel de volledige afstand lopen. en ook Nick ziet zich dat wel doen straks na zijn wereldreis. Dan gaat er bij mij ook iets schuiven. Dit is geen trail maar ook weer geen marathon. Trails verteer ik goed. En de Two Rivers marathon ging na een hardnekkige blessure boven verwachting goed. Ik laat het ingevulde inschrijfformulier een tijdje staan op het werkblad. Maak je er niet meer kapot mee dan dat je er plezier aan beleeft. Ik moet zuinig zijn op mijn lichaam ben geen twintig meer en als ik stuk ben is er geen brood op de plank. Verstandig is het sowieso niet het is een fysieke aanslag. Maar mijn geldingsdrang en nieuwsgierigheid wint het van de ratio en de angst. Je weet het pas als je het hebt gedaan. Ik klik op de verzendknop.
De Zestig van Texel
De Zestig van Texel is een ultraloop die om de twee jaar wordt gehouden op -duh- Texel. De wedstrijd is een idee van Texelaar en ultraloper Jan Knippenberg. De atletiekvereniging van Texel wilde begin jaren negentig een marathon op het eiland organiseren Knippenberg -die met enige regelmaat een rondje Texel liep als trainingsronde- wist de organisatie te overtuigen dat het interessanter was dit “rondje” van 60 kilometer als basisafstand te nemen. Vanwege de tijdrovende organisatie werd besloten er een tweejaarlijks evenement van te maken, met vanaf de tweede editie een estafette van 4×15 kilometer en ook de dubbele afstand- een ultraloop van 120 kilometer. Dat is voor de fysieke en mentaal heel sterken – aangekomen bij de finish loopt je het hele parkoers namelijk weer terug.
Zaterdagavond, Den Helder, Parkeerterrein Willemsoord
De pizzeria zit verborgen in een troosteloos uitgaanscomplex maar is sfeervol en is tot onze verrassing afgeladen vol. ‘Hebt u gereserveerd’? Plan B terug naar het busje. De voor-de-zekerheid-meenemen pastamaaltijd smaakt ook goed en de kookwarmte maakt het nog enigszins comfortabel in ons huisje op wielen. Afwassen, tanden poetsen, bed uitklappen. De lipjes van de ramen van de daktent en de tuigage van de boten in de jachthaven klepperen monotoon in de fluitende wind. Het lijkt wel alsof we in een poolstation zitten. Slagregens. Stem naast mij. “Als het morgen zo’n weer is fiets ik terug naar de boot en ga in de bus in bed liggen”.
De eerste 10
Birds flying high
You know how I feel
Sun in the sky
You know how I feel
Breeze driftin’ on by
You know how I feel
Sweaters en capes met Boston marathon, New York, London, de toon is gezet op de veerboot naar Texel. Ik staar in een ruit. Jack Sparrow staart terug. De zwelling is afgezakt tot onder mijn oog. Maar ik kan weer stereo kijken en de hechtpleistertjes lijken het te houden. Prima geslapen. Gezonde wedstrijdspanning. Ik ben er klaar voor.
Aankomst in de veerhaven in Den Hoorn. We volgen de stroom lopers en fietsers naar De Kuil waar de start is. Hier treffen we Dorreke en Nick en hun aanhang. Het is koud en guur ik hou mijn afritsbroek en sweater zo lang mogelijk aan. Nog vijf minuten tot de start. Broek en trui gaan in de plunjebaal in het bagagerek, die gaat straks op transport naar de finish in Den Burg, 5 kilometer verderop. De speaker warmt ons op met onderkoelde humor. “Dit belooft een heroïsche editie te worden”. Om die woorden te ondersteunen breekt er een felle regenbui los met hagel. Ik denk terug aan de uitspraak van Mariska: ook voor de fietsbegeleiders is dit afzien. Om 10.30 uur schiet de burgemeester van Texel 650 lopers in beweging. Nick trekt gelijk het gas open ook Dorreke verdwijnt langzaam uit het zicht. Niets aan de hand dit is het plan. Rustig starten. En dan nog rustiger.
Door de duinen gaat het richting het strand. Het klaart op. Een plukje 120 kilometerlopers komt ons tegemoet. Grijze gezichten die hebben het zwaar gehad vanmorgen. Ze zijn gestart om half vijf en nu bijna op de helft. Er zijn grenzen denk ik, dat ga ik dus nooit doen.
Na 5 kilometer lopen we via het zuidelijkste punt van het eiland het strand op. Intense ervaring. Alles lijkt uitvergroot, de weidsheid van het landschap, de schuimkoppen op de golven, de wolkenpartijen en de blauwheid van de lucht, het lijkt wel alsof we een Zeventiende eeuws zeeschilderij binnenlopen. Maar wat vooral binnenkomt is de bulderende wind. Hier had ik me op ingesteld maar dit is een factor erger dan ik me had voorgesteld. Kunnen voorstellen. Hij komt schuin van voren. Het voelt alsof iemand je constant aan een elastiek schuin naar achter trekt. Dit is met geen pen te beschrijven. Ik geniet.
Van 10 naar 40
With the wind in your sails
You came like a comet
Blazing your trail too high
Too far
Too soon
Na 12 kilometer gaan we het strand af en kunnen we even uitblazen bij de eerste verzorgingspost.
Vanaf hier mogen de fietsers meefietsen. Duinbos. In de beschutting van het bos met een voorzichtig doorkomend zonnetje wordt het zelfs warm. Ik ben gekleed op Four Seasons in a Day. Het regenjasje gaat om het middel de handschoenen in de belt en de buff om de pols. 18 kilometer, weer terug naar het strand. De strandopgang is een stevige klim door mul zand in de afdaling worden we gezandstraald. Snel weer het jasje aan. De wind is zeker niet minder geworden. Het lint met lopers valt uit elkaar, groepjes worden waaiers. Komt het door het trailrunnen? Ik weet de cadans vast te houden en veeg de lopers voor mij een voor een op. Een loper die hetzelfde tempo heeft sluit aan en al kletsende passeren we na 2 uur en 3 minuten het 20 kilometerpunt. Op een derde. Ik wil finishen ergens tussen de zes uur en de zes en een half uur dus dit is heel mooi op schema.
Paviljoen Strandpaal 21. Motivatieboost aanmoedigingen van een van mijn trouwe bootcampers die toevallig dit weekend op Texel zit. Na 4 kilometer gaan we het definitief het strand af en sluiten de fietsers weer aan. Mariska geeft de stand van zaken weer van de live tracker Dorreke loopt niet eens zo’n eind voor ons Nick zit daar dan wel weer ver voor. Ik voel me echt heel sterk als het net zo gaat als de Salland trail ga ik straks nog beter draaien dan haal ik Dorreke vanzelf in en Nick vreet ik dan op bij 55 kilometer. Supporters met een spandoek ”JE GAAT ALS DE BRANDWEER”. “Zeker!” roep ik. Dat wordt een soort running gag kom ze nog 6 of 7 keer tegen elke keer heb ik een gevatte reactie paraat.
Een single track een door moerassig landschap- ook op Texel is veel water gevallen. Dan een saai recht stuk tussen de weilanden. Het eerste bewustzijn dat ik al wat kilometers in de benen heb. Was dat een verzorgingspost? Ja dus, strak voorbij gelopen. Terug. Sportdrank, water, twee plakken ontbijtkoek. Er volgt een lekker stuk met strak asfalt, het golft een beetje op en neer door een mooi duinlandschap.
De vuurtoren van De Cocksdorp komt in zicht. 35km het noordelijkste punt op de route. Psychologisch lekker vanaf nu is het terug richting finish. We buigen af naar het zuidoosten. Stukje wind vol in de rug. Echt op adem komen is dat niet je wordt nu weer op een andere manier uit je ritme gehaald. Maar hard gaat het wel. We draaien de dijk op naar de Waddenzee. De dijk is een volledig geasfalteerde ronde heuvel die doorloopt tot in de zee je loopt op de bovenste rand. Beetje een mindfuck supersaaie rechte streep tot aan de einder. Niet toevallig dat ik nu de eerste pijntjes voel. De heupen beginnen op te spelen- denk van het constant op zijn kant gezet worden op het strand- en ik voel de knieën. Echt lekker loop ik niet meer. Maar de wind komt hier schuin van achteren en weet de pace vast te houden.
Van 40 naar 50
Watching storms
Start to form
Over America
Can’t do anything
Just watch them swing
With the wind out to sea
Op 40 kilometer krijg ik een krampscheut. En niet zo’n beetje ook. Hoe verwoord ik dit? Voor de fietsers: de schijfrem van je voorwiel slaat zó vast dat je achterwiel omhoog stuitert. Alle lampjes op het dashboard springen op rood. Ik ken mijn lichaam. Dit is echt niet goed. Trekkebenend kom ik weer in beweging. Even een paniekflits dit is te snel ik moet nog 20 kilometer. Het druistige plan om een negative split te lopen en Dorreke en Nick terug te halen laat ik in één keer varen. Daar komt weinig emotie bij kijken het is koele berekening. Accepteren-incasseren dat kost alleen maar nodeloos energie concentreer je op het hier en nu. Denk.na.Edwin. Wat kun je NU doen. Eten moet je. En drinken. Ik knijp de backup-gel leeg en vraag Mariska om de bidon met sportdrank aan te geven. Te laat dus maar als het goed is zit dit binnenkort weer in mijn spieren. Maar de combinatie gel en sportdrank is te veel van het goede ik krijg onmiddellijk last van mijn maag. Voor mij een nieuwe sensatie. Water. De andere bidon. Ik klok de helft naar binnen. Mijn nuchtere vrouw zegt: “blijf lopen” en ze heeft gelijk. Al mijn energie moet ik op op mijn eigen lopen richten. En dankzij de rugwind gaat dat nog steeds in een pace dik onder de 6 minuten.
Godzijdank die K-dijk af. De fietsers moeten rechtdoor onderaan de dijk, de lopers steken een brug over en lopen aan de overkant van een brede vaart parallel aan het fietspad. Ik krijg het nu echt zwaar. Te vaak kijk ik op mijn horloge. Mariska is een stipje in de verte geworden. Via een plankier bij een molen takken we weer aan op het fietspad om na 45 kilometer het binnenland in te gaan. Wind schuin van voren. Mariska probeert me uit de wind te houden. In het plaatsje Oost (is er dan ook een West?) gaat de weg gaat licht omhoog Mariska fietst langzaam maar zeker van mij weg. Mentaal wordt je nu ook een beetje wiebelig dit kan ik écht niet hebben ik heb haar nodig nu maar kan die extra inspanning eenvoudigweg niet meer leveren. ‘Mariska!’ roep ik maar mijn kreet verwaait in de wind. Mariska! Gelukkig hoort ze het uiteindelijk toch. Ze laat zich terugzakken.
Verder gaat het. Door Oosterend. Snap niet helemaal waarom we die detour door dit plaatsje moeten maken loopt het helemaal niet handig je moet constant om auto’s en fietsers slingeren. Maar goed het leidt wel af.
Als we de plaats uit zijn passeren we een bord met in plakband “DRINKS” erop met een pijl naar rechts, wat van de route af naar een erf bij een boerderij. Denk: leuk, initiatief van bewoners maar ik loop door over een kilometer is de officiële verzorgingspost. Vrij zicht ik zie nergens iets dat duidt op een verzorgingspost. Dat wás dus de verzorgingspost. Ik kan de kracht niet opbrengen om terug te lopen, elke extra stap is er nu een te veel maar geen paniek heb Mariska bij me die heeft nog genoeg drinken en eten bij zich. Ze vraagt: “Wil je een boterham?” Na al die zoetigheid heb ik heel erg zin in wat hartigs maar mijn maag is nog steeds van streek moet er niet aan denken om nu, al lopend, een boterham te eten. Bovendien heeft dat toch geen zin. Alles wordt glucogeen maar voordat die boterham in mijn mitochondriën zit ben ik allang gefinished. Dan maar weer wat Tailwind. Burn Motherfucker.
Van 50 naar 56
All we are is echos from the spark
Echoes from the spark
Just echoes from the first spark
All wе are is echos from the spark
Falling through thе dark
Just echoes from the first spark
50 kilometer. We draaien weer de dijk op. Mijn pace is gezakt naar 6:30 en ik word voor het eerst ingehaald door andere lopers. Een soort negatieve versterker. Spijt is iets voor later maar iets heb ik verkeerd gedaan in de eerste 40 kilometer en/of daarvoor, in de voorbereiding. Een duo passeert, gezellig kletsend in een ontspannen pas. Lopen op souplesse. Focus. Spiegelen. Ik kan me weer een beetje herpakken maar veel effect heeft het niet het duo verdwijnt langzaam maar zeker uit het zicht. Let it go vanaf nu is het aftellen. Nog 9 kilometer. Nog 8. Nog 7. Langs de weg ligt een loper met kramp, wordt kermend opgerekt door een omstander. Nog 6. Den Helder komt in zicht. We draaien Oudeschild binnen. Het begint weer te regenen.
Van 56 naar 60
I used to float, now I just fall down
I used to know but I’m not sure now
What I was made for
What was I made for?
De Laatste verzorgingspost in de haven van Oudeschild. Durf niet meer stil te staan als ik dat doe schiet ik geheid weer in de kramp heen-en-weer-huppelend pak ik de laatste fourage. Weer buiten de bebouwde kom. Scherpe bocht naar rechts. Troosteloos leeg landschap. Een verre boerderij, plukjes verwaaide schapen. Het laatste schilderij van Van Gogh je mist alleen de zwarte kraaien. En de wind komt nu recht van voren.
Nog 4 kilometer. Bordje Georgische begraafplaats. Het kan nog erger. Ook dat was een zelfgekozen lijdensweg alleen was het een onmogelijke keuze: sterven op dit godvergeten eiland ver weg van je moederland of als landverrader, ergens halverwege.
De kou en het vocht maar vooral de genadeloze wind eisen zijn tol ik zit nu echt op het randje van totale verkramping. Het tempo zakt terug tot ver boven de 7 kilometer per uur. Voel brandend maagzuur omhoog komen in mijn slokdarm. Maar het is vooral mentaal zwaar. Je bent er bijna maar het voelt nog zo ver. Tegelijkertijd kan het je geen donder meer schelen een soort van doffe gelatenheid over wat je aan het doen bent. Je loopt. Omdat je loopt. Dus loop je maar.
Bordje “3 kilometer” doemt op. Wat duurt het lang voordat we dat bord écht gepasseerd zijn. Het gaat niet meer in kilometers loop nu van bocht naar bocht. Voor de laatste keer de mensen met het spandoek gaan-als-de-brandweer. Kan alleen nog een flauwe glimlach opbrengen. 2 kilometer. Ik kán niet meer moet echt de neiging onderdrukken om niet te stoppen. In de verte de luidspreker van de finish. Mijn horloge piept: 59 kilometer. Laatste bocht. Verkeersregelaar: “Je bent er bijna! Dáár is pas het bord van de laatste kilometer. Mariska moet van de route af. “…en de volgende loper is Edwin te Velde”. Dringt nauwelijks tot mij door dat ik dat ben. Ik krijg een medaille omgehangen en wandel half verdooft naar de Stayokay. Emotioneel volkomen vlak het doet me echt helemaal niets meer ik ben niet blij ik ben niet trots ik ben er gewoon.
Binnen is het lekker druk en warm. De beker met soep doet goed daar knap ik gelijk van op. Haal het foeilelijke- of moet ik zeggen iconische- Zestig van Texel shirt op en loop naar boven om mijn plunjezak op te halen. Laat me op een stoel zakken en trek droge kleren aan. De soep de droge kleren ik voel me al weer mens worden. Beneden staat Mariska, met Dorreke en Nick. Fijn om mijn helden weer te zien. Ze zijn samen gefinished, Dorreke heeft Nick het laatste stuk er doorheen gesleept. Dorreke heeft in een strakke pace gelopen (zie grafiek) Nick heeft net als ik veel ingeleverd op het eind. Wachtend op de bus terug naar de veerboot laat ik het bezinken. Dit heb je echt niet goed aangepakt hardlooptrainer je bent gezakt voor het praktijkexamen. Had ik het anders moeten indelen, nog rustiger weg moeten gaan, in moeten houden op het strand, meer moeten eten en drinken meer trainingskilometers moeten maken of juist meer rust moeten nemen? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik dit nooit meer doe.
Zegt hij nu.
Ondanks de barre omstandigheden zijn er nooit eerder in Nederland zoveel lopers gefinished bij een ultraloop: 567 van de 596 60 kilometer lopers en 17 van de 27 120 kilometer lopers haalden de streep.
De lopers
Nick
Leeftijd: 34 jaar
Lengte: 184cm
Racegewicht: 74 kg
Voorbereiding: 3x 30KM op duurlooptempo
Schoenen: Saucony Endorphin Speed 3
Racetenue: Korte broek, t-shirt korte mouwen, t-shirt lange mouwen en waterdichte jas
Eten en drinken mee: niet
Ontbijt: Boterham Jam + Pindakaas + 0.5 L water + 2 koffie
Gegeten en gedronken onderweg: 6x Gel (Maurten), 0.5 L water, 0.5 L sportdrank (Maurten), 4x glazen Cola/AA, 1x Banaan + wat winegums en zoutjes
Loopdoel: Tussen 5:30 – 6:00 uur
Resultaat: Mooi klaar(mee) glimlach na 5:46:27 (42e van de 99 MSEN)
Trots op: Uitlopen + (bijna niet) man met de hamer tegengekomen
Wat zou je de volgende keer anders doen: Meer trainen. Meer kilometers maken.
Dorreke
Leeftijd: 43 jaar
Lengte: 180 cm
Racegewicht: 68 kg
Voorbereiding:
Schoenen: HOKA Clifton 9
Racetenue: Stronger Sportbh, Craft thermoshirt korte mouw, Stronger shirt lange mouw met rits, regenjasje, Nike hardlooplegging, Stox lange sokken 2 buffs en handschoenen.
Eten en drinken mee: In trailrunrugzak: 2 liter water (camelbag), 4 gels, 6 repen, 1 banaan
Ontbijt: Bak havermout met 1 banaan en 1 appel, pindakaas en rozijnen, 1 boterham pindakaas en vlak voor de start nog 2 boterhammen pindakaas.
Gegeten en gedronken onderweg: 2 liter water, 1 banaan, 3 gels, 5 repen, 1 sinaasappelpartje
Loopdoel: Binnen de 6 uur binnen, en liefst zonder overgeven
Resultaat: Met grote lach op gezicht over de finish in 5:46:24 (2e van de 19 V40)
Trots op: Dat ik niet een keer heb gemopperd op de volle bak tegenwind (-kracht 6) en mijn tempo zonder veel moeite tot het einde kon vasthouden
Wat zou je de volgende keer anders doen: De week vooraf minder druk maken: meer vertrouwen hebben in mijn lichaam, training en ervaring
Edwin
Leeftijd: 54 jaar
Lengte: 186cm
Racegewicht: 70kg
Voorbereiding: Midwintermarathon Apeldoorn (25km), Salland trail (50km)
Schoenen: Brooks Glycerin 21
Racetenue: Mouwloos ondershirt, trailbroek (loopbroekje met langere binnenbroek), naadloze hardlooponderbroek, tubes, goed passende hardloopsokken, armsleeves, ultralicht ademend regenjasje, strak loopmutsje, handschoenen, buff en natuurlijk een TTV-shirt!
Eten en drinken mee: In de belt 3 gels (Maurten) Fietser met bidon met water en bidon met sportdrank (Tailwind) en extra gels.
Ontbijt: Flinke bak havermout met noten en halve appel, banaan, 2 koppen koffie.
Gegeten en gedronken onderweg: 1 liter water (7 bekertjes +200ml. uit bidon) , 1,5 liter sportdrank (8 bekers + 500ml uit bidon), 2 bekertjes Cola, 8 plakken ontbijtkoek, 5 Tucjes, 8 stukjes banaan, 2 winegums, 2 sinaasappelparten.
Loopdoel: Met een glimlach finishen, ergens tussen de 6 en 6,5 uur.
Resultaat: Met een grimas gefinisht in precies 6 uur (17e van de 51 M50)
Trots op: tot het eind toe blijven hardlopen.
Wat zou je de volgende keer anders doen: Nog meer uitgerust aan de start staan, meer water drinken onderweg.