Training te velde bestaat 5 jaar

Deze nieuwsbrief staat geheel in het teken van het eerste lustrum van Training te velde. Een moment om bij stil te staan. Maar vooral een goede aanleiding om samen in beweging te komen!

Je gaat een eigen bedrijf beginnen. Dan heb je een naam nodig. En een logo. Of beter nog: een herkenbare huisstijl. En laat jullie trainert nu een ‘tic’ hebben voor grafische vormgeving. Dan besteed je dat niet uit maar ga je het zelf doen. 

Training te velde- What’s in a name

Je eigen naam gebruiken… gevaarlijk. Maar het was gewoon té leuk dat die de lading behoorlijk dekte: we doen het toch buiten, “op het veld”.

De naam Te Velde duikt voor het eerst op in de zestiende eeuw. In 1811 werden inwoners van Nederland verplicht een naam te laten registreren. Omdat de meeste inwoners van Nederland toen nog veelal “op het veld” woonden en werkten was het niet zo raar dat die naam veelvuldig werd opgegeven. De naam heeft veel varianten maar de combinatie met het voorvoegsel “te” komt relatief weinig voor, het is meestal Ter Velde of Van der Velde (in het Vlaams aan elkaar vast).  
Het mooie van de “te” vorm is de actieve betekenis, je komt niet van maar je bent op het veld. En dat is wat we doen, lekker actief buiten bezig zijn. Daarom is de spelling van “velde” in het logo ook bewust met een kleine letter- de nadruk ligt daarmee op de plek waar de activiteit gebeurt, niet op de naam.

Het logo

Het idee was iets iconisch en tijdloos te maken. Het moet in één keer duidelijk zijn wat Training te velde is. Het logo bestaat uit een grafisch element (het bolletje) én tekst-  de tekst is echt integraal onderdeel van het logo en werkt als versterker/ bevestiging van de interpretatie van het plaatje. Weinig mensen zullen nog associaties hebben met de archaïsche spelling en naamval maar door het plaatje wordt het wel duidelijk wat er staat, en andersom. De keuze voor wit als achtergrond is vooral praktisch dat maakt dat je alle mogelijk drukvormen kunt kiezen, en kleuren knallen eruit. Een bijkomend voordeel is dat de meeste hardloopkleding zwart is; tijdens een wedstijd pik je de witte shirts er zo uit.
Het lettertype is een van de meest gangbare lettertypes te wereld: Gill Sans MT , een lettertype zonder opsmuk ontworpen voor een optimale leesbaarheid.

De cirkel

Het idee achter het plaatje. Het is driedimensionaal, groen en blauw daarom is de eerste associatie: de wereldbol. Aards. De velden een associatie met het platteland (bewerkte velden) én je kunt er een atletiekbaan in zien. Uitvoering strak maar toch dynamisch- de trend is platte logo’s dat is tijdloos dat wilde ik behouden maar wel met meer diepgang. Dat heb ik gedaan door de stroken in één kleur te houden maar wel een veranderende curve te geven. Om de diepte te bereiken was het lang zoeken naar de juiste verlooptinten van de groene stroken.
Voor de achtergrond heb ik juist wél gekozen voor een verlooptint: dat geeft in één keer de associatie met de hemel, en maakt het levendig.

Hardlopen en meer

Het onderschrift..  daar heb ik inmiddels een beetje spijt van. Dat “meer” maakt het wel spannend maar het dekt niet meer de lading- dan zou het iets moeten zijn als “veel meer dan hardlopen” maar dat is veel te glad en nietszeggend. Op de site en op de jassen van de trainers staat nu “Buitensporten met plezier” en dat raakt mijns inziens veel meer de essentie van Training te velde [zie het interview].

Wat een bak

Training te velde fietskar

Een huisstijl is meer dan een naam en een logo het is de signatuur van het bedrijf. Ik denk dat de fiets-karcombinatie daarvoor symbolisch is. Een losse kar is handiger dan een bakfiets. De fietskar is heel functioneel- niet te groot maar er kan toch 100kg in (was van een aannemer uit Amsterdam die gek werd van de parkeerboetes) en je kunt er mee tot op de werkplek rijden. Ervoor een oerdegelijke Hollandse transportfiets. Beste aankoop ooit- zeker al 3x de omtrek van wereld mee gefietst. En het dekt de lading toch? Training te velde is een sportschool- dan doe je dat niet elektrisch maar op spierkracht.
De kar is handgeschilderd. Dat is niet perfect maar wel authentiek. Mooi schrijven (oorkondes, etalageruiten) was vroeger echt een ambacht.  Was ik een eeuw eerder geboren dan zou het best wel eens kunnen dat ik kalligraaf was geworden en  etalages en oorkondes was gaan maken.
—-

TTV bootcampspecial en Lustrumloop

Avondvierdaagse Leidsche Rijn

Zaterdag 9 april vieren we ons “houten” jubileum. En na 2 jaar Corona is het ook wel tijd voor een feestje toch? Dat doen we in stijl, met een speciale editie van de zaterdagochtendbootcamp en met een lustrumloop van 5 of 10 kilometer op en rond Het Lint.

We verzamelen om 10:00 uur op het pleintje bij het Castellum. Nadat we de hardlopers hebben uitgezwaaid gaan Jantine, Marianne en Edwin los met een ludieke maar pittige bootcamp.
Aansluitend is er een “fika” in de boomgaard (bij de Romeinse wachttoren). Als je het niet laten kunt om zelf wat te gaan bakken… ik hou je niet tegen.
Opgeven via het lesrooster. Wil je iemand(en) meenemen welkom geef even door met wie en wat jullie gaan doen.

Interview met… Edwin

We draaien het deze nieuwsbrief om, ik interview niet een van jullie maar jullie interviewen mij.
Of dat nu kwam door de appetizer (de inzender van de mijns inziens leukste vraag wint de taart van het onderstaande recept), er is massaal gereageerd.

Hoe heb ik het uitgewerkt. Niet alle vragen zijn overgenomen dat was echt te veel. Dan nog bleven er veel vragen over. Om het enigszins leesbaar te houden zijn ze gerubriceerd in drie onderwerpen: vragen over Training te velde, sportinhoudelijke vragen en persoonlijke vragen. 
Als je denkt: hee dit lijkt op mijn vraag maar is het net niet dan was er nog een vraag of meerdere vragen met dezelfde strekking. Ik heb ze dan herschreven/ samengevoegd tot één vraag.

Training te velde in de Drakensbergen

Over Training te velde

Wat deed je vóór Training te Velde?
Na mijn studietijd in Nijmegen (Planologie) heb ik in dienst gezeten, als een van de laatste lichtingen. Op die manier kwam ik op het idee om bij de politie te gaan solliciteren. Had doorgekund als beroepsmilitair alleen wilde toch meer midden in de maatschappij staan. Ik was voorbestemd om wijkteamchef te worden in Amsterdam maar mijn chef zag het niet in mij zitten. Toen ik weer op een Chef Lege Dozenplek werd gezet heb ik met een kwade kop gesolliciteerd bij de AID, de opsporingsdienst van het Ministerie van Landbouw (heet nu: Voedsel- en Warenautoriteit). Fraudeonderzoeken veelal gesjoemel met EU-subsidies. Daar was ik adviseur van de opsporingsteams. Ook die moesten een kwaliteitsslag maken na de faux pas in de Schiedammerparkmoord. Het was best wel een gave functie maar ik had en heb niets met landbouw, en wat me tegenstond was dat het allemaal erg politiek beladen was. Daarom een soort van draai terug gemaakt naar het Blauw. Tien jaar met veel plezier gewerkt bij een klein adviesbureau dat vooral met en voor de politie werkte. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan.. Ben minder gaan werken en in de avonduren voor mezelf begonnen. Training te velde was geboren.

Had je altijd al de wens om iets met trainerschap te doen?
Niet een duidelijke wens maar het is denk ik wel altijd latent aanwezig geweest. Dat voert terug naar mijn studententijd. Nadat ik gestopt was met wedstrijdroeien ben ik gaan coachen. Daar kon ik echt mij ei in kwijt. Had ik maar dezelfde bezieling in mijn studie gestopt…. nu werd dat een bijzaak. De oproep voor de dienstplicht was dan ook min of meer een vluchtweg zag mezelf echt niet de hele dag achter een bureau zitten. Bij de Verbindingsdienst werd ik bevestigd dat ik het wel in me had om voor de groep te staan (ik was onderofficier). Heb op het eind zelfs nog lesgegeven aan beroepsmilitairen. Het kwam ook steeds terug op mijn pad. Teamcaptain tennisteam. Teamcaptain drakenbootteam (16 sterke kerels bij elkaar sprokkelen en daar een winnend team van formeren). Toen mijn zoons gingen voetballen werd ik als vanzelf de veldtrainer en/of teamleider. Dat was uiteindelijk overigens meer uit plichtsbesef dan dat ik er nog heel veel lol aan beleefde.

Luzern Rosee Regatta 1997

Wat is op sportief gebied de meest vormende ervaring geweest en in welke mate heeft jou dit gevormd als mens, trainer en sportman? Welke lessen en inzichten zou jij ons in dit verband als trainingsgroep mee willen geven?
Zonder twijfel mijn kortstondige carrière als topsportcoach. In 1995 coachte ik een beginnende skiffeuze (iemand die roeit in een éénmansboot). Die haalde in één jaar de Olympische roeiselectie. Nu is roeien een van de weinige sporten waarmee je als student nog de Olympische spelen kunt halen maar dit is bij mijn weten nog steeds een unieke prestatie. Ruiken aan de topsport is echter iets anders dan er successen in behalen. Dan denk je dat je een talent coacht maar bovenop de apenrots is iedereen getalenteerd, gezegend met het perfecte roeilichaam en een over-mijn-lijk mentaliteit. Alles draaide om het roeien ook de sociale omgeving van de sporter en begeleiders was daar volledig op ingericht- als er nog een sociaal leven was. Dan moet je bedenken dat je in het pre-olympische jaar met een dubbele bootbezetting werkt en dat je dus 50% kans hebt om af te vallen. Maar je moet 100% je best blijven doen. 110%. Ook als coach. Dan zit je op trainingskamp in Sevilla eenzaam op je kamer op televisie naar stierenvechten te kijken en ga je nadenken. Het is een soort van droom maar in zekere zin overkwam mij dit. Ben ik er wel goed genoeg in? Wil ik ermee doorgaan en me verder gaan ontwikkelen? Vind ik het daarvoor wel leuk genoeg? Of het was gelukt of niet, dat doet niet zoveel ter zake maar ik heb het niet doorgezet. Ht was ook wel een rationele keuze hoor. De kans dat je met een zuivere amateursport als roeien je geld kunt verdienen is buitengewoon klein. Als het al lukt dan zul je het buiten de landsgrenzen moeten zoeken. Had ik dat gedaan dan had mijn leven er nu heel anders uitgezien, met destijds als waarschijnlijke eerste uitkomst: einde relatie. Inmiddels ben ik al weer 31 jaar gelukkig met mijn toenmalige vriendin en hebben we twee goed gelukte zoons op de wereld gezet dus dat is niet slecht uitgepakt.

Welk inzicht kan ik jullie hieruit meegeven…. luister bij grote beslissingen naar je inner voice”. Neem het besluit in volle overtuiging. Bij twijfel: niet doen. Maar dat heeft niet zoveel met sport te maken. Hoe je je sport zou moeten beleven…. Nou ja niets moet daar begint het al mee. Van wie moet je het? Niet van mij.
In mijn roeitijd draaide het allemaal om presteren. Mijn adagium was: als je succesvol bent wordt sporten vanzelf leuk. Daar heb ik veel mee bereikt en ja het was soms ook echt leuk. Maar ik zou het nu echt omdraaien: het plezier in het sporten staat voorop, en dan is het meegenomen dat je daar dan ook nog mee presteert. En voor sporten in groepsverband: ik ben er heilig van overtuigd dat het geheel meer is dan de delen. het plezier om te sporten wordt groter als je dat kunt delen met anderen. En dan kun je als collectief boven jezelf uitstijgen. Dat hebben we al een aantal keren laten zien met de hardlopers van Training te velde.

Slowaaks paradijs

Wat was de trigger was om Training te velde te starten?
Het idee om iets met buitensport te gaan doen ontstond in de zomervakantie van 2011, tijdens een gave klim-klautertocht met het gezin door de Slovensky Rai (Slowaaks Paradijs) ; een soort Indiana Jones avontuur. Die beleving, dat wilde ik in mijn aangeharkte omgeving creëren. Mijn eerste probeersels waren dan ook gericht op letterlijk iets neerzetten: survivalbaan- of stormbaanachtige constructies. Obstakelruns waren toen een opkomend fenomeen. Voor mij bekend terrein hindernisbanen en touwbanen dat kende ik nog uit mijn diensttijd die lijn doorgetrokken liep in die tijd obstakelraces en survivalruns. Die plannen kwamen om verschillende redenen nooit echt van de grond. Meest concreet was nog het “Sportfort”plan: fort Ruigenhoek omtoveren tot een sportieve uitvalsbasis, met respect voor de oorspronkelijke bestemming en de natuurlijke waarde. Eigenaar Staatsbosbeheer zag het helemaal zitten de gemeente De Bilt niet. 

Heeft het je gebracht wat je voor ogen had?
Nee dus het is uiteindelijk iets heel anders geworden! In feite is het enige dat overeind is gebleven dat het sportieve activiteiten zijn geworden, en dat het buiten is. Maar achteraf kan ik wel zeggen dat het een heel verstandige keuze is geweest om “footloose” verder te gaan, en onafhankelijk van andere partijen mijn plan te trekken.

Zurvivalbaan

Wat viel tegen of zou je een volgende keer anders doen?
Ik was te veel bezig met iets unieks willen creëren. En te veel gefocused op wat ik zelf deed op sportief gebied in plaats van kijken naar waar echt vraag naar was. En dat is niet altijd superorigineel of hemelbestormend. Met letterlijk vallen en opstaan je brood verdienen- je ontdekt dat wat je zelf leuk vindt niet noodzakelijkerwijs betekent dat je er ook een levensvatbare onderneming van kunt maken.

Met alle kennis van nu, zou je de stap dan gezet hebben om je vaste baan op te zeggen en met TTV te starten?
Een hartgrondige “ja”. Al drie maanden na de eerste training besloot ik om mijn leuke en zingevende baan volledig op te zeggen. Dat lijkt een heel korte tijd maar dan moet je wel meenemen dat ik dus al vanaf 2011 in mijn hoofd bezig was iets te gaan ondernemen dus het heeft wel de tijd gehad om te rijpen. Toen ik het besluit had genomen gaf dat een diepe innerlijke rust. Maakte de stap niet minder spannend er was nu geen weg meer terug. Het schijnt dat je gemiddeld drie jaar nodig hebt om een levensvatbaar bedrijf op te bouwen, en dat is ook precies zo gegaan. Daarna ging het vliegwiel draaien. Corona heeft dat niet gestopt [kom ik nog op terug].
Als ik al ergens spijt van heb is dat ik dit niet tien jaar eerder heb gedaan. Toen ik begon was ik 47 en was ik bang dat ik eigenlijk al te oud was voor zo’n fysieke onderneming. Aan de andere kant: dan had ik ook tien jaar levenservaring gemist. En waren mijn kinderen nog zo jong geweest dat het een enorme wissel op het gezinsleven zou hebben getrokken.

Hoeveel uur per week werk je als je alles optelt (ook de voorbereiding)?
Eens even kijken. De direct-productieve uren. De basis zijn de groepstrainingen dat zijn er 10 per week als ik de zaterdagtrainingen doe 11 of 12. Daar komt dan de loopcursus bij op de dinsdag en op zondag de trailruns. Varieert tussen de 15 en 20 uur per week denk ik. Dan nog de personal looptrainingen, en het maken van trainingsschema’s. Zeg gemiddeld 10 uur. Bij elkaar dus 25-30 uur directe uren. Indirect zijn dat er meer. Voorbereiden trainingen zeg 4-5 uur per week. Klantbeheer 1-2 uur per dag. Elke dag. Dan nog de boekhouding en plannen maken en uitdenken. ad-hoc dingen als de site bijwerken en dingen zoals dit, een nieuwsbrief maken. In de praktijk zit ik denk ik op 40-50 uur per week. Met in Coronatijd uitschieters naar 70 uur.

Wie was je eerste lid?
Esther Vermeer was er bij sinds de allereerste bootcamptraining op donderdag 31 maart 2017. Dat was overigens niet de eerste Training te velde activiteit dat was les 1 van de allereerste reeks “Beginnen met Hardlopen”, twee dagen daarvoor.

Training te velde op de Acropolis

Wie is er het langste lid op dit moment?
Met gepaste trots: Esther Vermeer.

Waar ben je het meest trots op?
Hoe we de Coronatijd zijn doorgekomen. Training te velde is, net als de maatschappij, een sociale constructie, een stelsel van (ongezwegen) regels. Dat klinkt heel vaag maar het is super concreet. KIjk maar naar wat er nu in Oekraïne gebeurt. Wij bestaan bij de gratie van elkaar. Doordat jij komt sporten gun je de ander een kans om te sporten. Zonder groep is er geen training is er geen Training te velde. Corona was voor mij vooral: steeds weer de energie vinden om met een creatieve oplossing te komen om door te kunnen gaan. Daar moet je als sporter dan wel voor open staan. En dat deden jullie. Jullie bleven komen. En daar ben ik jullie ontzettend dankbaar voor.

Wat is het meest gênante dat je is overkomen tijdens een training?
Een sporter die geblesseerd raakt. Gelukkig is dat op de vingers van één hand te tellen maar ik weet ze allemaal nog. Met als triest “hoogtepunt” de blessure van Inge die de kogelstootoefening zó enthousiast uitvoerde dat ze haar knie verdraaide. En niet zo’n beetje. Dat deed plaatsvervangend pijn.

Wil je nog ergens naartoe groeien met Training te velde?
Ik heb niet een bepaald lange termijn strategisch doel voor ogen. Ja dat het minder afhankelijk moet worden van Edwin. In 2032 hoop ik nog wel voor de groep te staan maar wellicht niet meer als hoofdtrainer. Hóe dat gaat gebeuren…. we zijn organisch gegroeid en dat moet vooral zo doorgaan. Het moet vooral écht blijven, authentiek, waar en door wie de trainingen ook worden gegeven. Misschien nóg betere lokale borging. Gatverdamme “borging” wat een vreselijk woord maar ik weet niet hoe ik het anders kan verwoorden.

Hoe ziet Training te velde er over 5-10 jaar uit? Wat ga je nog ontwikkelen (voor ons)?
Als ik naar het beweegspectrum kijk merk ik dat ik me beter voel aan de prestatieve kant dan aan de leefstijlkant. Dat is ook niet zo gek als je weet waar ik vandaan kom. Maar ik wil dat wel gelijk nuanceren de echte scherpte is er wel af ik kan nu ook of juist genieten van laagdrempelig sporten- zowel het zelf doen als het geven. Let op: laagdrempelig wil niet zeggen dat het qua beweging en belasting niets meer voorstelt. Mijn ambitie is en blijft van elke training een effectieve, complete, training te maken, op elk niveau.

Wat ik nog wil ontwikkelen… in de beginjaren waren er wel heel veel proefballonnetjes. Ook als ondernemer groei je- ik weet nu beter waar ik voor sta en kijk ik wat nuchterder naar de mogelijkheden. Een aantal dingen zou ik wel graag willen en kunnen maar daar is gewoon geen vraag naar of zijn er al partijen die dat al veel langer- en heel goed- doen.
Wat me heel goed is bevallen zijn de korte-klap arrangementen waarin je naar een thematisch naar een doel toewerkt, de Singelloop cursus bijvoorbeeld of de Koning van Spanje reeks. Daar zou ik er meer van kunnen en willen doen.

Het idee voor een running bootcamp heb ik in overleg met de andere trainers losgelaten. Voelt gewoon raar dat we dat niet hebben als hybride training. Maar dan moet er wel echt vraag naar zijn- in de praktijk kiezen sporters toch voor óf hardlopen óf bootcampen. Je kunt het natuurlijk ook prima binnen de bestaande trainingen doen- dus krachttraining in de hardlooptrainingen en meer hardlopen tijdens een bootcamp. 

Publiek tijdens de bootcamp

Wat me niet loslaat is het idee iets te doen met jeugd. Dat komt dan meer voort uit mijn zorgen over de motorische vaardigheden van de jeugd dan dat er vraag naar is. Ja voor supersportieve of obese kinderen maar dat wil ik niet, het zou, net als de training voor volwassenen, een training worden voor “gewone” kinderen. Heb het een paar jaar geleden geprobeerd maar het kwam helaas niet van de grond.

Wat echter logischer lijkt is dat ik mee ga groeien met mijn leeftijdsgenoten ofwel een senior bootcampvariant ga ontwikkelen- aan de andere kant: mijn oudere sporters houden me juist een spiegel voor: je kunt nog tot op hoge leeftijd gewoon goed, stevig blijven sporten. Maar dat zou ik dan juist willen uitdragen in die senior variant! Niks zittend in een stoel een bal naar elkaar overrollen maar let’s face it het maakt wél echt uit of je 25 bent of 65 [komt nog een vraag over].

 

And Now something Completely Different!
Sportinhoudelijke vragen

Welke blessures komen het meest voor en hoe kun je die voorkomen?
Bij de bootcamps gaat het veelal om houdinggerelateerde blessures, en die zijn vaak weer de oorzaak van sedentair gedrag (langdurig in dezelfde- vaak verkeerde- houding zitten). Veelal rug- en  schouderklachten. Dat kun je (enigszins) voorkomen door een goede warming-up te doen, dus die spiergroepen goed los te maken voordat je begint met de feitelijke belasting. Daarnaast komen acute blessures zoals een verrekking of een kneuzing voor.

Bij hardlopen komen de blessures veelal voort uit overbelasting. Vaak de knie of het onderbeen, de voorkant (shin splints) maar vooral de achterkant (kuit/ achillespees). Bij blessuregevoelige sporten als hardlopen is het constant zoeken naar de balans tussen belasting (de trainingsarbeid) en de belastbaarheid (wat je lichaam aankan). Die belastbaarheid is goed te trainen maar alleen als je dit met kleine stapjes doet. Als je te snel verder of harder wil lopen worden kan je lichaam zich niet meer aanpassen en ontstaan er blessures.

Hoe voorkom je dat. De weg van de geleidelijkheid dus. Zowel voor het bootcampen als het hardlopen: verbeter eerst de coördinatie en de stabiliteit, alleen dan kun je lichaam lang en/of zwaar belasten. We doen niet voor niets veel buikspieroefeningen en balansoefeningen in de trainingen.

Voor de bootcampers: wees je bewust van je lichaamshouding. Besef dat je na een lange dag achter het beeldscherm niet vanzelf de correcte houding hebt. zorg dat je letterlijk goed staat als je een oefening doet. Met je voeten stevig op de grond, met licht aangespannen buikspieren en ontspannen schouders. En er spelen ook triviale dingen mee als: schoenen met voldoende grip of goede (thermo)kleding.
Acute blessures ontstaan veelal bij draaiende bewegingen of bij oefeningen waarbij je ergens op- of afstapt of springt. Als je daar onzeker over bent doe het dan niet of ga voor een makkelijker variant.

Hardloopblessures voorkomen. De fout die veel lopers maken is (te veel) structureel te hard lopen. Dat snap ik wel want niets is moeilijker dan langzaam hardlopen maar een Lange Langzame Duurloop is ook echt langzaam. De uitvoering van de trainingen hoe zwaarder de kern van het programma hoe belangrijker het is dat je een goede warming-up doet. Dus niet alleen gezellig bijkletsen, stevig inlopen en de dynamische oefeningen goed uitvoeren. De warming-up serieus nemen dat geldt natuurlijk ook onverkort voor de bootcampers.

Verder kunnen er blessures ontstaan door een verkeerde hardlooptechniek. Met als grootste veroorzaker een verkeerde voetplaatsing, ver vóór het lichaamszwaartepunt. Wat dan kan helpen is de pasfrequentie verhogen en kleinere passen maken. En het is goed om soms even lekker hard hard te lopen- goed voor je hart en om hard te lopen heb je de “noodzaak” van een goede techniek nodig.

Heb je goede tips tegen spierpijn na het doen van nieuwe of andere oefeningen tijdens de bootcamp?
In de eerste plaats: wees er niet bang voor zijn het is een natuurlijke (tegen)reactie van je lichaam.  Je krijgt spierpijn op de vreemdste plekken. Het gaat over als je de oefening vaker doet.
Is het een technisch moeilijke oefening (door meerdere beweegassen) geef dan veel aandacht geven aan de correcte uitvoering. Oefeningen met een gewicht: doe het bijvoorbeeld eerst zonder gewicht of met een lichter gewicht.

Waar worden toch die blessures door veroorzaakt als je 50+ bent?
Dit gaat geen vrolijk verhaal worden. Ik heb er al eens een blog over geschreven.
Het verval is onafwendbaar. Dat is een volkomen natuurlijk proces dat al begint vanaf een leeftijd van ongeveer 25 jaar- bij vrouwen zet zich dat nog iets eerder in dan bij mannen. Boven de vijftig neemt je spiermassa gestaag af terwijl je vetmassa juist toeneemt. Dat komt omdat je vetstofwisseling vertraagt als je ouder wordt, wat ervoor zorgt dat het opgeslagen vet minder effectief wordt afgebroken. Maar dan zijn we er nog niet! Je botten verliezen hun stabiliteit en stevigheid omdat de botdichtheid afneemt. Tegelijkertijd neemt de soepelheid van je pezen, banden en gewrichten af. Daarmee neemt je stabiliteit af en wordt je coördinatie minder. En ten slotte neemt je hart-longcapaciteit af. Je kunt niet meer zo diep gaan als vroeger- je hartslag kan simpelweg niet meer zo hoog als je zou willen. 

Samengevat, je wordt dus minder belastbaar en de kans op blessures neemt daarmee toe. En heb je eenmaal een blessure dan ben je er niet zo maar van af: het vermogen om te regenereren neemt af ofwel je herstelt steeds langzamer en minder goed.

De belangrijkste les is: accepteren. In je hoofd ben je nog die jonge god(in) maar je lichaam is dat echt niet meer- je moet echt opschuiven naar de “slow lane”.  En als je geblesseerd raakt doe echt een stapje terug en bouw het weer rustig op. Ja dat kost weken soms maanden.

Ik merk nu ik ouder wordt dat mijn enkels en knieën minder soepel zijn. Hoe hou ik ze soepel? Niet-soepele enkels leidt bij mij bijvoorbeeld tot peesplaatproblemen (geen hielspoor maar onder de bal van mijn voet). Hoe voorkom ik die? Toch iedere dag yogaoefeningen doen?
Dit is een wel heel specifieke vraag… maar voeten zijn inderdaad een onderschat, zeer complex, Lichaamsdeel. Zou zeggen train je voeten. Met sterke voeten ontlast je je enkels. Maak ze soepeler door ze alle kanten op te bewegen. Loop over de binnenkant en de buitenkant van je voet, op je tenen en op je hakken. Rol met je voet over een tennisbal. Ga in de zomer lekker veel op blote voeten lopen. En yoga is inderdaad helemaal geen slecht idee. Heb een keer een workshop  “Meer voet in Yoga” gedaan bij Yogapoint, bij Harmke Bekkema. Out off my comfortzone maar heel informatief.

Sportvoeding

Heb je voedingtips voor zowel de bootcamp als de looptraining?
Gewoon normaal eten!  Niet vlak voor een training (liefst 2 uur van te voren) niet te veel, niet te vet, niet te scherp, geen rauwe groente (=zwaar te verteren). Er zijn sporters die heel praktisch de maaltijd in tweeën verdelen en de eerste helft voor en de tweede helft na de training eten. Dat lijkt me een goed idee. Na de training: vooral eiwitten nuttigen. Kwark met nootjes of iets dergelijks.
Drinken zorg dat je voldoende hebt gedronken voor de training, bij warmer weer ook tijdens de training en drink ook gelijk wat na de training.

Hoeveel liter vocht moet je tijdens de marathon (van 4 uur) ongeveer drinken?
Hydrateren is een van de belangrijkste onderdelen om een marathon uit te kunnen lopen. 1% vochtverlies leidt al tot 10% mindere prestaties. Blijven drinken dus! Afhankelijk van het weer, je gewicht en je zweetproductie zal dat ergens tussen de 300 tot 750 ml per uur moeten zijn.
Maar alleen op water red je het niet. Of je nu hard of langzaam loopt je lichaam kan ongeveer twee uur draaien op de koolhydraten in je lichaam. Dat moet je dus onderweg aanvullen. Wacht daar niet mee tot je een hongergevoel hebt dan is het al te laat- begin er minimaal een uur na de start mee. Koolhydraten (suikers) heb je nodig! Tussen de 30 en 60 en gram per uur. Je zou er dan voor kunnen kiezen om (isotone) sportdrank te kiezen bij de verzorgingsposten maar zestig gram koolhydraten alleen uit sportdrank halen, dan zal je veel moeten drinken. Ik zou dan een gelletje of reepje nemen. Die werk je vaak lastig naar binnen je krijgt in één keer een bonk suiker binnen dat vindt je maag niet fijn. Ik neem er daarom altijd een paar slokjes water bij om het maagsap te verdunnen. Is enigszins te trainen maar de een reageert daar beter op dan de ander experimenteer hier dus vooral mee in je voorbereiding.
Bij de verzorgingsposten zul je naast water en sportdrank vaak bananen en stukken sinaasappel zien liggen. Bananen bevatten heel veel en veel verschillende soorten koolhydraten. Daardoor is de aanvoer van suikers vanuit de darmen naar het bloed langdurig en gelijkmatig. Prima dus voor zo’n urenlange prestatie.

De sinaasappel laat ik meestal liggen. Krijg er het zuur van en het is nog eens slecht voor je tanden. Maar als ik dorst heb en geen zin om te stoppen (tip: nooit lopend uit een bekertje drinken!) pak ik toch een partje in de vlucht. Dan hap ik erin alsof ik een bitje in heb. Doordat het een tijdje in je mond zit stimuleer je de speekselconsumptie en daar is het me om te doen. Ik spuug het daarna uit.

Persoonlijke vragen

Happy tree

Wat geeft jou energie?
Veel! Een training waar een goede flow in zit. Jullie plezier zien hebben. Lekker uitgebreid koken. Een weekendje fietsen met mijn maten of wandelen met Mariska. Rennen in een ontwakend bos.

Hoe houd je je huwelijk zo flitsend, als je iedere avond weg bent en -ik neem aan- uitgeput thuis komt?
Laat ik met dat laatste beginnen. Als je iets écht met veel plezier doet dan kost dat relatief weinig energie. Sterker nog: buiten lekker actief bezig zijn, met leuke mensen, dat gééft juist energie! Maar inderdaad je hebt maar één vaatje met energie. En ik ben ook geen twintig meer. Althans fysiek ?. In het begin deed ik bijvoorbeeld fanatiek mee met alle trainingen daar ben ik nu veel selectiever in. Eigenlijk kom ik alleen de woensdagavonden na de looptrainingen soms behoorlijk moe thuis.

Dan het huwelijkse leven. Na 21 jaar is het flitsende er wel af hoor… en dat is helemaal niet zo erg. Maar terechte vraag, door mijn afwijkende werkpatroon is míjn agenda thuis bepalend. Dat vereist een behoorlijke aanpassing van de andere gezinsleden wil je bijvoorbeeld doordeweeks samen eten dan moet je écht op tijd eten. Het belangrijkste is een enorme inkopper: heb écht aandacht voor elkaar. Er is bij mijn geen onderscheid tussen wie ik ben en wat ik doe dat is een enorm gevaar dan kun je je namelijk helemaal verliezen in je werk. Dit is voor mij veel meer dan werk.
We hebben onze vaste rituelen. De vrijdagavond bijvoorbeeld is redelijk heilig, dan zitten we op de bank tv te kijken met een zak chips en een goed glas wijn.
En last but not least het is niet al te romantisch maar wil je het samen leuk houden dan moet je het gewoon plannen. En doén. Mariska is al vóór Corona veel gaan wandelen, de lange afstand wandelpaden, dan trekken we er soms een weekend samen op uit.

Routes des Douaniers

Je bent iemand met het hart op z’n tong. Heeft dat jou wel eens in problemen gebracht en hoe ben je daarmee omgegaan?
Zeker. Diverse malen. Ik ben me er zeer van bewust dat ik soms echt hele stomme dingen zeg. Maar goed dan is het al gebeurd. Ik ben heel erg associatief, en kan dat ook nog eens snel omzetten in woorden. Daarmee wordt het er niet begrijpelijker op voor de buitenwereld. Het is nooit mijn intentie om iemand te kwetsen of in verlegenheid te brengen, maar het gaat niet om wat ík ervan vindt maar de ontvanger. Dat is soms totaal anders dan ik bedoelde. Daar kan ik dan echt lang een schuldgevoel aan overhouden.
Wat ik door de jaren geleerd heb is dat ik het niet zwaarder moet maken dan het is. Vaak is degene die het betrof het allang weer vergeten. En door er veel aandacht aan te geven rakel ik het juist op en maak het alleen maar erger.

Wat is je guilty pleasure?
Na de ochtendtraining, de rozijnenbroodjes van een bepaalde Duitse budget supermarkt. En dan met een dikke laag roomboter erop.

Welke sport had je stiekem ook heel goed in kunnen zijn?
Ook? Ik ben nooit echt een topper geweest met hardlopen hoor. De beste prestatie is een tweede plaats tijdens de halve marathon voor politiemensen, ver ver achter Aart Stigter. Waar ik goed in had kunnen zijn…  denk dat ik als triatleet nog wel een eind zou zijn gekomen. Fietsen gaat me aardig af maar kon geen borstcrawl dat heb ik pas geleerd op de Politieacademie. Mijn carrière als triatleet is daardoor beperkt gebleven tot 2 triatlons. De ene triatlon heb ik schoolzwemmend gedaan ja dan kom je zo’n beetje als laatste uit het water. De andere triathlon was een roeitriathlon- roeien in plaats van zwemmen. Het roeien ging voor geen meter maar ik won het fietsen en het lopen.

Je hebt niet veel blessures, wat is je geheim?
Echte geheimen heb ik niet. Ik leef regelmatig, zorg dat ik voldoende slaap en ik eet over het algemeen gezond.
Wat wel typisch Edwin is: ik kan niet stilzitten. Ik doe alles lopend of op de fiets de auto pak ik alleen als het niet anders kan. En zelfs als ik achter het beeldscherm zit zorg ik dat ik beweeg: Ik zit op een wiebelkruk, knijp in een stressbal en rol met mijn voet over een tennisbal. En zorg altijd wel dat ik een klusje tussendoor verzin om niet te lang achter het scherm te zitten. Ik wordt bijvoorbeeld heel Zen van de kamer vegen.
Het is ook niet zo dat ik geen kwaaltjes heb ik ben ook maar gewoon een ouder wordend mens. Mijn rug is zo-zo (lifehack: zorg dat je altijd vanuit een zittende positie, met een rechte rug, opstaat uit bed. Hou dat de rest van je leven vol). Als ik heel stijf ben ’s ochtends begin ik de dag met een paar zonnegroeten, en/of pak ik de foamroller. In een vochtige winter krijg ik mijn vingers niet meer recht. Dan duik ik de infraroodcabine in.
Verder denk ik dat ik mijn lichaam aardig goed ken in de zin van: herkennen wanneer iets niet klopt. Een tijdje geleden had ik het gevoel dat ik in een soort van overdrive zat toen heb ik mijn bloed via jullie sportmaatje Brigitte laten onderzoeken. Bleek dat mijn darmflora niet helemaal op orde was, en dat ik moest opletten dat ik wel voldoende eiwitten binnenkreeg (ik zit nu ergens tussen vegetarisch en veganistisch in).  Kuurtje voor mijn darmen genomen en ik slik nu een aantal voedingssupplementen.
En op de een of andere manier denk ik dat het in mijn genen zit. En als dat niet zo is dan helpt het om te denken dat dat zo is. Het ís ook heel mentaal. Tot mijn achillespeesblessure in september 2020 heb ik geen enkele keer hoeven af te haken voor een training. Ik liet het eenvoudigweg niet toe in mijn hoofd. Maar misschien was het gewoon dom toeval. De meeste blessures ontstaan op een lullige manier. Laatst deed ik een oefening voor bij het station op de fietsenrekken toen klapte ik vol met mijn borstbeen op het rek. Gelukkig was het recht op het borstbeen en niet 2 centimeter ernaast en raakte mijn knie als eerste de grond anders had ik mijn ribben gebroken denk ik. Goede wake-up call om altijd scherp te blijven. Voor mezelf maar ook in de begeleiding naar jullie!

Hoeveel teennagels ben je verloren?
Geen een! Maar ik snap de vraag. Dit is een typische kwaal bij ultratrailers. Een keer hing het erom, tijdens een trail in La Roche in de Ardennen. Dat eindigde met een steile afdaling van 3km op asfalt. Ik had mijn modderschoenen aan. Die zitten goed “aan” en hebben geen enkele demping. Wat ik me kan herinneren is dat ik mijn voeten in een soort van klauwstand heb gezet. Alle nagels waren blauw maar dat is op den duur weggetrokken.

Heb je een opleiding gevolgd om instructeur te worden?
Meerdere: fitnessinstructeur, bootcampinstructeur en trailruntrainer. Daarnaast een aantal modules personal training gedaan, o.a. paramedisch fitnessinstructeur. Maar het meest vormende was de opleiding tot hardlooptrainer. Ik zocht de beste opleiding en kwam ik toen uit bij Running Holland in Amsterdam. Dat was aanpoten omdat ik geen atletiekachtergrond heb of een sportopleiding maar het was het meer dan waard. Het leuke is: ik wordt nu soms ingehuurd als gastdocent voor deze opleiding.

Volg je wel eens een training van iemand anders?
Ja zeker! Bij de andere TTV-trainers.

Bootcamptraining  ontwerpen

Waar haal je de inspiratie voor oefeningen vandaan?
Het begint met een idee. Waarbij de basisgedachte is: in ieder geval iets heel anders dan de vorige training van die groep. Dat kan een bepaald thema zijn bijvoorbeeld “boksen”,  een bepaald attribuut centraal stellen bijvoorbeeld iets met slamballs, of een bepaalde organisatievorm.
Dan duik ik mijn inmiddels imposante dossier met lesplannen in en zoek daar passende oefeningen bij maar probeer er dan vaak net een andere draai aan te geven. Het is trouwens ook helemaal niet erg om dezelfde oefeningen te doen dat zorgt voor herkenbaarheid en doordat je het vaak doet wordt je er ook beter in. De coreset die we vaak doen bijvoorbeeld is gewoon een heel goede uitgebalanceerde set.
Als ik een idee heb voor een compleet nieuwe oefening ga ik het internet op om te zien of een dergelijke oefening al bestaat. In de basis zijn alle oefeningen namelijk te herleiden tot een paar grondvormen. Dat zoek ik door te zoeken op de spiergroep(en) die ik met die oefening wil trainen. Vervolgens probeer ik ze zelf uit. Als ik denk: is uitvoerbaar door gewone mensen (op de filmpjes zijn het altijd spierbundels of fitgirls), het is leuk om te doen, en voegt écht wat toe aan de bestaande oefeningen dan voeg ik die toe aan het repertoire.

Michelle: welke oefeningen vind je het leukst?
Combinatie-oefeningen zoals de Zijklapper.

Als je een keuze moet maken: is het dan hardlopen of bootcampen?
Primair regerend, om te doen: hardlopen, en dan specifiek trailrunnen. Om te geven: bootcamps. Kan er meer mijn creatieve ei in kwijt dan in de hardlooptrainingen. Maar eigenlijk is het een onmogelijke vraag! Ik heb niet voor niets van het begin af aan bewust gekozen om zowel voor het bootcampen als voor het hardlopen te gaan. Die combinatie kunnen aanbieden, dat leek me een toegevoegde waarde en dat bleek in de praktijk ook zo te zijn. Ik merk ook dat ik veel baat heb bij mijn dubbele opleiding, in de trainingen leidt dat tot kruisbestuiving.

Saskia: Welke training of cursus geeft je het meeste voldoening?
Welke training durf ik natuurlijk niet te zeggen jullie zijn me allemaal even lief! [veegt zweetdruppels van voorhoofd]. Nee echt geen groep of training is hetzelfde dat maakt dit werk juist zo leuk.

Maar goed met het pistool op mijn hoofd: waar ik met heel veel voldoening op terugkijk is de Singelloop cursus afgelopennajaar. Dit was een remake uit 2017 en 2018 maar geheel anders van opzet, drie langere trainingen in plaats van een serie wekelijkse trainingen, met elke training een ander thema (effectief trainen, looptechniek en hoe loop je een wedstrijd). Het maakte zelfs niet uit dat de Singelloop wederom niet doorging we hebben er gewoon zélf een feestje van gemaakt met de alternatieve Singelloop op Het Lint. 9 april gaan we daarmee op herhaling met de TTV lustrumloop!

Je hebt al meer dan 3000 trainingen gegeven, die zal je je vast niet allemaal meer kunnen herinneren. Maar er is er vast een geweest die je nooit zal vergeten. Welke training was dat?
Bijna 4000 inmiddels. Poe dé training…moeilijk om een keuze te maken. Wat blijft hangen is vaak weer-gerelateerd. De training met de lichtgevorderdengroep waarbij we van de Daphne Schippersbrug werden gespoeld. Echt letterlijk. De enige training die ik heb afgebroken. Of die keer met de Vergevorderengroep. Het was -10 gevoelstemperatuur -16. De trainingen in de sneeuw. Hardlopen door het Máximapark in maagdelijke sneeuw, of met de wandelstokken op de heuvel bij het station.

Hardlopen en meer!

Welke situatie tijdens de les zal je nooit vergeten?
Dat is van lang geleden dus een beetje een geleide herinnering. Met de eerste beginnersgroep zijn we na de reeks doorgegaan tot aan de zomervakantie. Toen konden ze inmiddels zo’n 7 kilometer hardlopen. Die meiden ken je dan al heel goed dan kun je wel wat aparte dingen gaan doen. Op een zomerse avond zijn we een rondje om de Haarrijnse plas gaan lopen. Op de weide richting hoeve Wielrevelt liepen schapen met lammeren. Een van de lammetjes dacht dat een van de loopsters zijn moeder was en liep haar continue al mekkerend letterlijk voor de voeten. Het prachtige weer, de fijne groep- dat je dit an sich met hun kunt na een paar maanden trainen, de mooie omgeving, dat zeer aanwezige lammetje… toen had ik echt het ultieme Training te velde gevoel.

Jantine: Heb je een (hardloop)idool of wie/ wat bracht je tot rennen?
Een hardloopidool heb ik niet echt maar als ik er een moet kiezen: Usain Bolt. De totale ontspanning, het zichtbare plezier. En Eliud Kipchoge natuurlijk, maar dan vooral als mens. Wat bracht je tot rennen… we deden het wekelijks met de roeiploeg, een zware running boottraining rond de kuil in de Heilig Landstichting. Ik ben altijd blijven lopen, alhoewel het wel altijd de “bijsport” was.   

Heb je nog rare gewoontes voordat je een wedstrijd rent (bijgeloof of rituelen)?
Niet echt. Het enige dat ik kan bedenken: mijn startnummer moet goed zitten. Recht en vast. Tijdens de Zevenheuvelenloop raakte ik een speldje kwijt toen ik in het startvak stond. Heb altijd extra speldjes bij me maar op zo’n moment natuurlijk niet meer. Je nummer met 3 speldjes vastzetten dat gaat echt niet, dat blijft klapperen. Je schuift steeds verder op richting de start en hoopt dat je er nog een tussen al de benen door op de grond ziet liggen. Vlak voor het startschot viel zag ik er een liggen. Dat gaf een soort van heeft-zou-zo-moeten-zijn boost.

Welk hardloopevenement waar jezelf aan mee hebt gedaan zal je iedereen aanraden om een keer te doen en waarom?
Ik vind dat je als Utrechter minimaal een keer de Singelloop moet hebben gedaan. Verder hou ik van een beetje gekke wedstrijden. Zoals de Heuvelrugloop in Maarn of de Sint Stevensstadscross in Nijmegen. En tegen alle asfaltlopers zeg ik: je móet een keer een trailrun proberen! Begin dicht bij huis bijvoorbeeld de Devil’s trail in Doorn of de Amerongse berg trail.

Trecho teamrun

Wat is de mooiste hardloopwedstrijd die je gerend hebt (en waarom?)
Als je het hebt over de mooiste herinnering: de eerste Trecho Teamrun, in november 2017 een estafettewedstrijd op Het Lint. Ik hou gewoon ontzettend van teamwedstrijden dat maakt altijd iets extra’s bij me los. Had twee teams ingeschreven een snel team en een recreatief team, toen was ik nog een van de snelste lopers (…) dus liep ik mee in het snelle team. Het was ongelooflijk smerig weer, de snelste loopster moest op het laatste moment afhaken met een vreselijke blessure- heb toen iemand uit de bootcamp Zwaar groep die in de buurt woonde van zijn pannenkoeken weggetrokken en naar de start bij Desto laten rennen. Als het zulk slecht weer is denk ik altijd: de anderen hebben er meer last van dus ik ging als de brandweer. En helemaal als je weet dat je meedoet voor de winst. Voor me doemde toen een wit Training te velde shirt op, de loper van het andere team. Bedenk, ik was nog maar een half jaar daarvoor begonnen met Training te velde. En nu liep ik hier, met mijn mensen om me heen, in winnende positie. Toen voelde ik me ongelooflijk trots. Kippenvel-moment.

Heb je wel eens geen zin/ motivatie om hard te lopen en zo ja wanneer?
Niet echt. Ben wel veel minder gaan lopen maar dat is meer uit lijfsbehoud dan dat ik niet gemotiveerd ben om het te gaan doen. Heb het wel een keer gehad tijdens het lopen. Trailmaatje Joris had bedacht om zijn veertigste verjaardag te vieren door samen een trail van 40 kilometer te gaan lopen. Het was 25° en ik had te weinig water bij me en het werd uiteindelijk ook wel iets meer dan 40 kilometer. Gevolg: vreselijke kramp. De laatste kilometers kon ik mijn voeten niet meer optillen. Dat was de eerste en hopelijk ook de laatste keer dat ik hardlopen écht niet leuk vond.

Op welke uitdaging ben je het meest trots geweest?
de AU! (Amsterdam-Utrecht) marathon. Een profetische naam want het werd een helletocht. Midden in een lockdown een route uitknoppelen langs de Amstel en de Vecht van precies 42 kilometer en 195 meter naar je thuisbasis en dat dan onder beestachtige omstandigheden samen ondergaan met je lopers- (h)echter kan het niet.

Welke sportieve uitdaging wil je nog een keer aangaan?
Dat was lang de Marathon des Sables  – dat kwam door de aflevering van Tom Waes uit zijn reeks “Tomtesterom” . Maar dat kost serieus geld om aan mee te doen en ik zou niet weten hoe ik de tijd moet vrijmaken om hiervoor te trainen. De Two Oceans ultramarathon in Zuid-Afrika lijkt me geweldig. Daar kom je niet zomaar tussen dit is zo’n wedstrijd waar heel veel mensen aan mee willen doen. Realistischer lijkt me een trail in de Alpen, de Dolomiti de Brentatrail of zoiets. Of misschien tóch nog de wedstrijd lopen waarbij ik in de voorbereiding geblesseerd raakte: de Bear trail “Grizzly 100” .

Duivels dilemma: nooit meer hardlopen of nooit meer een biertje?
Dat is niet moeilijk. Dan laat ik het bier staan. Dat drink ik sowieso bijna niet. Wijn was iets moeilijker keuze geweest maar niet meer hardlopen…. dat voelt als een deel van mezelf afsnijden.

Wat is jouw eigen sportieve doel nog in deze tweede helft van je leven?
Zonder al te veel beperkingen tot het bittere einde met veel plezier blijven bewegen.

De prijswinnende vraag is van…. Marjolein Wielink. Marjolein gefeliciteerd met je taart.
Je krijgt een organisatie en communicatie budget van €5000,-. Wat voor evenement zou je dan organiseren en hoe zou je het geld besteden?

Dat wordt een adventure race voor sportieve gezinnen of vriendengroepen rond de Haarrijnse plas. Maar dan laagdrempelig- geen ingewikkeld genavigeer, ludieke onderdelen. En dan na afloop natuurlijk een feestje bouwen op het strand.  
Mijn geld zou ik vooral uitgeven aan het op de kaart zetten van het evenement. Dat iets gaaf is wil nog niet zeggen dat mensen het weten te vinden. De aankleding en de onderdelen dat hoeft niet heel flashy het gaat vooral om de beleving. Met de goede mensen erbij wordt het vanzelf gezellig.

Koken met Ed

No-bake chocotaart

Een supermakkelijke troosttaart. Geen oven nodig. Kan helemaal vegan maar laat je niet misleiden door die term dit is een caloriebom. Maakte zijn succesvolle entree bij de Corona-kerstloop. Omdat ik hem zo wel heel heftig vond heb ik voor de trail door de Kennemerduinen gepofte rijst toegevoegd. En dat was echt de finishing touch.

Hoeveelheden zijn voor een springvorm van 24cm.

Ingrediënten
bodem
rol Oreo’s (14 stuks). Dit is echt het minimum zeg je: superlekker die bodem (proeven!) dan ga je richting de 20 koekjes.
50-75gr (Plantaardige) boter- dat hangt dus af van de hoeveelheid koekjes die je gebruikt.
4 rijstwafels

Chocolademousse
2 eiwitten of als je voor vegan gaat: 240 ml aquafaba (dit is het afgietsel van een blik kikkererwten van 400 gram)
140 gram dark (+70% cacao) chocolade. Boven de 45% kun je er wel vanuit gaan dat het vegan is.
Agavesiroop (optioneel, als je ‘m iets zoeter wil)
Wat citroensap (optioneel)
¼ tl grof zeezout

Ganache (Topping)
17gr pure chocolade (70 of 85%)
175ml-200ml (vegetarische) slagroom

Garnering: paar eetlepels cacao of pedersuiker (optioneel)

Bereiding
De bodem. Leg een vel bakpapier over de losse bodem van een springvorm en sluit de springvorm zodat het bakpapier vast zit tussen de bodem en de rand van de vorm. Vet de rand van de bakvorm in met plantaardige olie of boter. Knip vervolgens een strook bakpapier die iets hoger is dan de bakvorm. Druk deze aan de binnenkant van de vorm. Door de boter blijft het papier hangen.

Doe de Oreo koekjes in een ziplockzakje en rol erover met een deegrol of een glazen fles tot ze verkruimeld zijn. Of maal ze in porties in een vijzel. Ik maal ze bewust niet helemaal tot fijne kruimels geeft iets meer bite alleen hou je wel een beetje lossige structuur- het is maar wat je lekker vindt.
Verkruimel de rijstwafels. Let op: laat de korrels heel. Dat gaat het beste door ze tussen je vingers te rollen. Meng de “popcorn” met de koekkruimels in een vuurvaste kom.
Smelt de boter en roer dit door het koekmengsel. Werk snel maar zorgvuldig- je hebt maar één kans om de gesmolten boter goed te verdelen.
Stort het kruimeldeeg in de bodem van de vorm en druk VOORZICHTIG aan met een platte lepel. Zet de springvorm in de koelkast.

Maak nu de mousse.
Doe de eiwitten of de aquafaba in een ruime schaal. [De kikkererwten worden niet gebruikt, gebruik die voor bij de couscous of een lekkere salade- of goed in de olie zetten met flink wat kruiden en dan roosteren- supersnack!]. Voeg het zeezout en eventueel de citroensap toe. Kloppen totdat het een stijve massa is. Het duurt wat langer om kikkererwtenvocht op te kloppen vergeleken met eiwit, je bent wel 5 tot 10 minuten verder totdat het echt stijf is. Om zeker te weten dat je de juiste dikte hebt bereikt, kun je een lepel eruit scheppen en op zijn kop houden. Als het wit blijft plakken zit je goed.

Breek de chocolade in stukjes in een vuurbestendige kom en hang deze in een pan met bijna kokend water. Zorg ervoor dat de kom het water niet raakt (au-bain marie). Smelt de chocola al roerend. Voeg eventueel de agavesiroop (of een andere zoetmaker) toe. Neem uit de pan en laat afkoelen totdat je er met je vinger in kunt dippen maar het nog wel warm is.

Als je kikkererwtenvocht gebruikt: klop het nog een keer kort met de handmixer en spatel er dan voorzichtig eerst een klein beetje van de gesmolten chocolade voorzichtig doorheen. (Dit heet “familie maken”- dat is een manier om twee verschillende structuren of temperaturen stap voor stap met elkaar te mengen). Spatel vervolgens de rest van de chocolade door het “eiwit”. Doe dit voorzichtig en niet te lang te doen zodat de chocolademousse luchtig blijft. Schep de mousse op de taartbodem. Strijk glad. Zet de taart minimaal 3 uur in de koelkast.

Maak de ganache. Let op: het percentage van de chocolade bepaalt de verhouding chocolade-vloeistof- hoe hoger het cacaopercentage van de chocolade is, des te meer room je nodig hebt. Voor 85% chocolade gebruik je dus meer room dan voor 70% chocolade. De verhouding bij 70% chocolade is ongeveer 1:1 voor 85% gebruik je ongeveer een kwart meer room dan chocolade.

Haal de taart uit de koelkast. Hak de chocolade grof en doe deze in een vuurvaste kom. Breng de room aan de kook. Haal de pan van het vuur en giet het mengsel over de chocolade. Laat de chocolade smelten en roer alles vervolgens met een garde of met een staafmixer tot een gladde massa. Het is belangrijk dat de ganache goed gemengd is. Laat afkoelen tot nog net vloeibaar. Schenk over de taart.

Nu komt de grootste uitdaging! Voor het meest optimale resultaat moet je de taart een nacht in de koelkast laten staan.

Serveren. Als de ganache supergoed gelukt is, is het een glimmende spiegel. Ik zeg: zo laten. Is het minder goed gelukt of hou je gewoon van knutselen maak dan een mal van karton of gebruik een aansprekend prefab-figuur.
Leg de mal op de taart. Doe de cacao in een theezeefje boven een kopje. Hou het zeefje boven de taart en tik voorzichtig tegen de zijkant van de zeef. Zorg dat je de zeef rustig maar beslist over de taart verplaatst totdat de hele taart bedekt is. J kunt ook poedersuiker gebruiken.
De mal goed vastpakken met twee handen. Recht omhoog voorzichtig in één keer van de taart afhalen.

Serveer in goed gezelschap met sterke koffie met een likeurtje of vooruit, een pot thee.