Zevenheuvelenloop sfeerverslag
De magische grens
“Edwin waarom wil je dat?”. Mijn vrouw kijkt me gepijnigd aan. “Gewoon, omdat ik denk dat het kan”. Ik wil de Zevenheuvelenloop binnen het uur lopen. Vorig jaar liep ik hem in 1:02:58, als haas voor een vriend die hem nog nooit onder de 1:03 heeft gelopen. Keurig aan de opdracht gehouden ware het niet dat ik hem bij de start al ben kwijtgeraakt omdat ik zo nodig nog gebruik moest maken van het laatste plaskruis. (Hij liep hem in een voor hem teleurstellende 1:08. Ik heb hem ergens onderweg ingehaald zonder hem te zien).
Onder het uur daar moet ik wel voor terug in de tijd, ver ver in de vorige eeuw, naar mijn studentenjaren. Wat liep ik toen 56 minuten of zoiets? Daar dacht je niet over na als afgetrainde roeier was dat een vanzelfsprekendheid. Maar zo vanzelfsprekend is dat dus niet. Die tijden zijn uit mijn sportgeheugen verdwenen. Daarna hier niet meer gelopen tot vorig jaar. Dat ging niet heel gemakkelijk, had niet het gevoel dat er nog veel rek in zat. En ik ben weer een jaar ouder, heb me niet specifiek voor dit evenement voorbereid en er moet dus nog 3 minuten vanaf. Maar wel 2kg lichter en mijn basisconditie is beter. Na de goede prestatie op de Trecho Teamrun vorige week en de uitslag van de recente inspanningstest bij Stans “Sportrusten” van der Poel weet ik dat het haalbaar is.
On your marks…
Race day. Ik schrik wakker. 10.00 uur. 10.00 uur? Dan had ik al in de auto willen zitten naar Nijmegen. Normaal gesproken wordt ik vanzelf om 7.00 uur wakker, in het weekend hooguit om 8.00 uur. Een teken dat ik niet ben uitgerust. Dat klopt ook wel drukke week achter de rug. Direct besluit ik het voornemen te laten varen om op mijn wedstrijdhartslag te gaan lopen die uit de inspanningstest bij Stans is gerold. Mijn omslagpunt is 179, met mijn 10km tijd van 40 minuten zou ik met een gemiddelde hartslag van 175 moeten kunnen lopen op een 15km wedstrijd. Dat leek me al een pittige uitdaging en dat ga ik zeker niet proberen nu. En Stans zal de laatste zijn om hier niet in mee te gaan. Tijdens de testdag zei ze exact hetzelfde wat ik altijd tegen mijn sporters zeg: “luister vooral naar je lichaam” [mijn gemiddelde hartslag tijdens de wedstrijd was 163 de maximale hartslag 173. In theorie zou ik dus nog een stuk harder moeten kunnen lopen]. Snel tenue bij elkaar zoeken mijn sportieve gezin staat al te wachten (we lopen alle vier mee).
Get set…
12.40 uur. Ik loop startvak “geel” in. Mijn loopmaatje Marc nu al kwijtgeraakt bij het inlopen maar dat maakt niet zo veel uit, hij weet van mijn voornemen en gaat traditiegetrouw weer voor de 1:03. Dat inlopen is trouwens meer een ritueel dan dat het zoden aan de dijk zet je koelt toch weer volledig af in het startvak.
13:00 uur. De toppers worden weggestart, op jacht naar een nieuw wereldrecord. Ik hoor dat de eerste kilometer in 2:35 gaat. 2-minuten-en-35-seconden. Dan loop je meer dan 23km per uur! We schuiven langzaam door naar voren. De lopers worden “afgeknepen” in het vak vlak voor de start zodat je de ruimte krijgt om goed op gang te komen. Ik trek mijn wegwerpponcho uit en prop die in het dranghek. Verdorie een speldje kwijtgeraakt. Verplaats het overgebleven speldje naar het midden van het startnummer. Het flappert in de wind. Irritant. Rustig blijven Edwin. Je vindt vast nog wel een speldje. We schuiven langzaam door. Ik speur de weg af naar een speldje. We schuiven verder door. Een speldje! Dit is een gunstig voorteken. Vis het uit de modder en zet het startnummer opnieuw in de hoeken vast. “Mijn geluksspeldje”, zeg ik tegen het meisje naast me.
Go!
13:10. Pieeeep! Ik loop over de mat van de start en activeer mijn sporthorloge. Hoe vaak je het ook doet, zo’n start verloopt in een roes. Op een gegeven moment ben je gewoon aan de beurt en ben je gestart. Een aantal jonge jongens sprint weg. Succes jongens. Het goedbedoelde advies op de Facebookgroep “Ik loop hard” – “snel starten en aanhaken bij een snelle lopersgroep”- leek me nu niet echt een heel goed idee, ik gebruik de eerste kilometers als een stevige warming-up.
Dat gaat snel dat was alweer de eerste kilometer. 4:00 precies op schema. Het voelt goed. Ontspannen. Echt lekker. Hartslag is net boven de 150.
3km- halverwege de Nijmeegse baan. De snelle starters heb ik inmiddels allemaal al weer opgeveegd. Voor me golft een zee aan lopers, zover het oog reikt. Vals plat maar ik zweef. Het voelt alsof ik het helemaal onder controle heb. Als het zo doorgaat haal ik het.
5km. We draaien de Derde Baan op. De traditionele Gregoriaanse muziek. Of zijn het Tibetaanse klankschalen? Nog steeds precies op schema.
7km. Zevenheuvelenweg. Eigenlijk zijn het maar drie heuvels. De eerste heuvel verteer ik goed maar daarna loop je onbeschut vol in de wind. En dan nog die twee klimmetjes. Kom op Edwin practice what you preach. Kort je pas in. Houd dat ritme vast. Rechtop blijven. Actieve armzwaai.
9km. Ik heb nu echt wel wat tijd ingeleverd zit 6 seconden boven het 1 uur schema. Niet iets om je ongerust over te maken maar de klim naar hotel Erica moet nog komen. De bocht om bij het Afrika museum. Afrikaanse trommels. Het gaat gelijk omhoog. Ik heb me hierop ingesteld. Dit gaat goed. Heel goed. Ik voel me sterk. Het wordt nog wat steiler. Ritme nog verder omhoog. Ik haal heel veel mensen in nu.
11km Kleefse Baan. Vanaf nu is het alleen nog maar naar beneden maar de wind komt recht van voren. Hard. Met slagregen. Koud. Op 12km loop ik 15 seconden boven het schema. Dat moet ik in de resterende 3km gaan goedmaken. De turbo erop nu. Ik span mijn buikspieren aan en verleng mijn pas.
13km. 9 seconden terug gepakt. Het gaat spannend worden ik begin de kilometers te voelen. Laatste kilometer. Niet op je horloge kijken daar maak je jezelf alleen maar gek mee. 500 meter. De twee mannen voor mij gaan versnellen. Probeer aan te haken maar moet ze laten gaan. 150 meter. Pers eruit wat erin zit. Zit niet compleet stuk maar kan gewoon niet harder dan dit. Dan merk je toch echt dat je geen twintig meer bent de echte snelheid is eruit.
Finish. Mijn horloge zegt 1:00:03. Even een steek van teleurstelling maar kan er ook gelijk in berusten, echt lekker gelopen, zou niet weten waar ik het heb laten liggen. Een oudere vrijwilliger vangt me op. “Hoe ging het jongen?” Ik laat hem zwijgend de display van mijn horloge zien. “Balen zeg. Dan heb je hetzelfde gedaan als Cheptegei” [winnaar Joshua Cheptegei mist in een tijd van 41.16 het wereldrecord op 3 seconden. En loopt daarmee €50.000 mis].
Eind goed al goed
“Hé Ed je hebt onder het uur gelopen!” Mijn sportmaatje Marc staat achter het hek naar me te zwaaien. Hij stond vooraan in het gele vak en is 6 minuten eerder gestart dan ik. Hoe hij het voor elkaar krijgt, hij heeft precies in 1:03:00:00 gelopen. Maar toch tevreden heeft nog nooit zo hard gelopen. Mijn officiële tijd blijkt 59:58 te zijn. Heb het dus wél gehaald! Dat voelt als een soort rechtvaardiging voor de manier hoe ik de race heb gelopen, vlak en ontspannen. Maar vooral doordat ik gedaan heb wat ik mijn lopers voorhoud: geniet van wat je doet. En genoten heb ik tijdens deze krachtsinspanning. Volgend jaar maar weer hazen dan.