Heuvels en plassen

Zevenheuvelentrail

Zevenheuvelentrail 2022

En daar is dan die onvermijdelijke beklimming waarbij je denkt: had ik die aan het begin van de trail wél hardlopend kunnen doen? Toch die lichte teleurstelling omdat je het niet meer kunt opbrengen om te blijven rennen. Maar wat heb ik te bewijzen? Aan wie? Aan mezelf? Wat heb ik te winnen? Wat heb ik te verliezen?

Klaar voor de start..?

De Zevenheuvelentrail is een nieuw evenement. Maar er zit veel geld en ervaring achter, het is dezelfde organisatie als die van de Zevenheuvelenloop. Ik ben benieuwd. Aan de locatie zal het niet liggen die leent zich perfect voor trailrunnen. Erg leuk dat we met een flink aantal TTV-ers op verschillende afstanden meedoen.

Mijn voorbereiding is sub-optimaal. De laatste trail is maanden geleden en niet veel serieuze hardloopkilometers gemaakt. Wel veel (berg)wandelkilometers in de benen. Met als toetje Corona…. Maar ik heb er zin in! Dit klinkt heel raar uit de mond van iemand die mensen helpt om fysiek beter te worden, ik heb er gewoon zin in om me weer eens helemaal naar de kloten te lopen. In de zin van: mijn lichaam weer eens goed te testen.

Daar staan we dan op het afgetrapte veld in park Brakkenstein, in de nieuwe raceshirts. Met de slogan (“Zonder spijt geen vreugde”) kreeg ik de handen niet echt op elkaar bij mijn wedstrijdlopers maar goed toen waren de shirts al in bestelling. Dat zal dus waarschijnlijk een uniek shirt blijven. Verder draag ik een lichtgewicht loopbroek met binnenbroekje. En op zijn Schots geen onderbroek. Ik heb speciale hardlooponderbroeken maar die zijn dik en vrij warm, gezien het weerbericht heb ik dan liever iets aan dat snel droog is. Koud wordt het toch niet. Wel vaseline gesmeerd op strategische plaatsen. Om de kuiten tubes ofwel steunkousen. Of het echt werkt weet ik niet maar met langere hardloopwedstrijden draag ik ze altijd. Het voordeel van tubes is dat je er zelf sokken bij kunt uitkiezen handig als je relatief grote of kleine voeten ten opzichte van je kuitomvang hebt. En je kunt onderweg van sokken wisselen. In dit geval kies ik voor losse compressiesokken van een ander merk. Aan de voeten Brooks Cascadia’s. Dit is een wat zwaardere schoen met veel demping, in feite een gewone hardloopschoen met net wat meer profiel.

Hel blij ben ik met mijn nieuwe racevest. Het oude racevest wat hebben we samen veel meegemaakt maar ondanks een zelfbedacht vetersysteem schudde het toch nog te veel, als ik het strak aantrok kreeg ik op den duur schuurplekken onder aan mijn ribben. Het mag wat kosten maar dit zit zonder dat ik er een meter mee gelopen heb al veel beter. Achterin een ademend regenjasje. Dat is wijsheid achteraf maar die gebruik je gelijk, of niet. Tijdens de Drielandenpunttrail in januari was ik er heel blij mee van start tot finish mee gelopen. In de voorvakjes 2 softflasks van 500ml met hierin opgelost een halve tablet magnesium, vijf mini-reepjes in verschillende smaken, een pakje zakdoeken voor je-weet-maar-nooit, een ultralicht vouwmokje en mijn telefoon in een ziplockzakje. Ready to Rock & Roll!

Hekje-hekje balletje-balletje

Bron: Zevenheuvelentrail

11.10 we worden naar het startvak geroepen. Hoeveel lopers staan er, het zullen er een stuk of tweehonderd zijn. Joris, Robbert en ik staan ergens in het midden. Het startschot valt stom in een reflex zet ik mijn horloge aan maar het duurt nog zeker twee minuten voordat we over de startmat gaan. Nou ja wat is twee minuten op vijf uur lopen. Het duurt zo lang omdat er dranghekken staan waar je doorheen moet zigzaggen. Slim zo creëer je gelijk wat afstand tussen de lopers. Handig op de smalle paadjes.

Direct na de start het spoor over met een speciaal hiervoor geconstrueerde evenementenbrug. We volgen een stukje de rails en duiken dan de Groesbeekse bossen in.
Joris trekt het gas open de eerste kilometers gaan ver onder de 6 minuten. Het kost me moeite om het tempo te volgen mijn hartslag is gelijk sky high. Ik geloof niet dat het de Corona is moet gewoon weer wennen aan het lopen in wedstrijdverband. Misschien ook omdat ik het niet verwacht had. Had me ingesteld op een rustige start. Joris is een ervaren ultratrailer die begint altijd heel rustig. Maar hee wat geeft we zijn nu echt begonnen!

Het begint te regenen. Stiekem wel fijn. Lekker veel zuurstof in de lucht. Ik klets honderduit tegen Robbert die is daar op een gegeven moment wel klaar mee. Sorry aard van het beestje. 

10 kilometer eerste verzorgingspost. Tijd om mijn eerste Ohoo te proberen. De Ohoo is een waterballetje met een laagje zeewier. Denk aan een soort overmaatse kaviaar. Ik pak het doorzichtige kussentje van de behandschoende hand van de vrijwilliger bijt een hoekje van het zakje stuk en zuig de vloeistof naar binnen. Water, met een licht bijsmaakje. Wel lekker. Beter te verteren dan sportdrank. En een groot voordeel: je hoeft het niet gelijk op te drinken en weg te gooien in de dropzone. Je kunt het al lopend opdrinken en het lege zakje gewoon weggooien. Het is 100% biologisch en binnen enkele weken volledig verteerd.

Waterballet

12 kilometer. Het begint nu echt hard te regenen. Hield het bladerdek de ergste regen tegen er is nu geen houden meer aan. Tot op de draad doorweekt. Overal plassen. Het begint meer een cross te worden dan een trailrun. 
 “Niet te hard door de plassen”. Ik begrijp helemaal wat Robbert bedoelt. Je hebt de neiging om te versnellen omdat je zo snel mogelijk weer uit het water wilt maar daarmee maak je het extra zwaar, en het haalt je uit je ritme.

Het gaat nog harder regenen. Er ontstaan beekjes op de paden. 

14 kilometer verzorgingspost twee dat is wel heel snel na die eerste maar begrijpelijk alle afstanden komen hier langs. In beweging blijven. Ik beperk het tot een Ohoo en het afbijten van een sinaasappelpartje.

Langzaam maar zeker komen we in de buurt van de Zevenheuvelenweg. De eerste serieuze heuvels.  Robbert en ik zijn meer ritmelopers en willen zo veel mogelijk heuvelop doorlopen Joris kan heel goed stevig doorstappend een heuvel bedwingen. Ik kan dat niet goed het wordt dan bij mij een soort krachteloze pas. Vooral mentaal dingetje.

18 kilometer. We lopen op een uitgehold zandpad naast een weiland. Er is geen ruimte om uit te wijken je moet het spoor wel volgen. Het is minder hard gaan regenen maar het pad is ondertussen veranderd in een waterbak. Op bepaalde stukken ga je kniediep door de modder. We worden ingehaald door een loper in het karakteristieke wit-met-feloranje Rotterdam marathon t-shirt. Hij glijdt uit en weet net voordat hij het prikkeldraad raakt weer zijn balans te vinden. Ik ben opgelucht dat hij niet in het prikkeldraad is blijven hangen maar denk ook: waarom nu? Waarom hier?

Oversteek Zevenheuvelenweg. Strak georganiseerd, overal verkeersregelaars. “Kijk uit voor de kuil” Dat doe ik iets te nadrukkelijk waardoor ik het heuveltje dat gelijk daarna komt volledig over het hoofd zie. Tot hilariteit van mijn maatjes trek ik me omhoog uit de zachte modder.


Pieken en dalen

20 kilometer. Verzorgingspost 3. De 28km gaat hier naar links de 42 km naar rechts. Joris heeft een gaatje geslagen. We zien hem bij de verzorgingspost gelijk doorlopen en  linksaf slaan. “Joris!” brullen we “Naar rechts!” De lopers voor ons nemen het over.  “Joris-Joris” golft het voor ons uit.  En het werkt. Joris hoort het en sluit weer aan. Bijna op de helft.

24 kilometer. Laag in energie. Dit gaat te snel ik tik al reepje drie naar binnen. Ook Joris en Robbert hebben het moeilijk. Joris moet helemaal opletten, hij heeft Diabetes. Bij Diabetes (suikerziekte) kan het lichaam de bloedsuiker niet meer zelf regelen. Er zijn 2 vormen, type 1 en 2. Of je het krijgt is erfelijk bepaalt (vroeger heette diabetes type 1 ook wel ‘jeugddiabetes’ en type 2 “ouderdomsdiabetes”) maar type 2 ontstaat vooral in de combinatie met overgewicht en weinig bewegen. Joris heeft diabetes type 1. Deze vorm van diabetes komt veel minder vaak voor dan diabetes type 2. Het is een auto-immuunziekte, je afweersysteem vernielt de cellen die insuline aanmaken. Daarom moet je insuline inspuiten, of een insulinepomp dragen. Het goede nieuws, doordat hij gezond leeft en zoveel beweegt is Joris’ insuline inname gehalveerd. Maar ook hij moet nu heel goed op zijn bloedspiegel letten.

27 kilometer. Ik heb getwijfeld of ik met dunne of met wat dikkere sokken zou gaan lopen, gekozen voor die laatste. Daar heb ik nu spijt van. Hoeveel moeite was het geweest om een paar extra sokken mee te nemen. Het is nu droog maar door al dat gesop door het water lopen je schoenen langzaam vol met modder. Dat gaat zich ophopen bij de tenen. En dat loop je er niet meer zomaar uit. Laat ik het zo zeggen, ik ben geen uithangbord voor de pedicure. Maar heb mijn best gedaan de teennagels zijn geknipt en gevijld, de gescheurde nagels en scherpste randjes afgeplakt desondanks: vooral aan mijn linkervoet voelt het alsof het bloed in de schoenen staat. De teennagels kapotlopen is een bekend probleem voor ultratrailers. Niemand heeft zin om voor zoiets triviaals je trail op te moeten geven- er zijn ultralopers die ervoor kiezen hun teennagels op te lossen met afbijtmiddel.

Joris zijn we nu echt kwijt. We zitten inmiddels op de N70 , de bekende wandeling door Berg en Dal. Dat is een toepasselijke naam. Op en af gaat het. We lopen de Duivelsberg andersom, omhoog via de trappen,  dat is veel minder zwaar. Steeds meer lopers van de kortere afstanden komen we tegen.  Met onze “flapperarm” daaltechniek halen we er hordes tegelijk in.

Hamertje Tik

Het is nu helemaal droog, de zon komt er door. Het zweet prikt in mijn ogen.

Ik loop nu alleen. Ergens ben ik Robbert kwijtgeraakt. Hoe werkt dat dan, spreek je dan niet af om samen te blijven lopen? Ja en nee. Ik vind het echt veel leuker en fijner om met loopmaatjes te lopen maar op een gegeven moment wordt je minder scherp. Echt niet gemerkt dat Robbert eraf lag. Ik kijk een paar keer om maar hij is echt uit het zicht, geen idee hoever hij achter me ligt. Je vlakt ook emotioneel af. Kan het niet opbrengen om te wachten. Door wil je nu, door, de cadans houden. We zien elkaar wel weer bij de finish.    

34 kilometer. Dit is echt het zwaarste deel van de route. Ik raak nu echt vermoeid. Dat merk ik vooral in de lange harde afdalingen elke landing doet pijn. Het liefst laat je je maar gewoon gaan maar juist in deze fase moet je technisch verzorgd blijven lopen.
Opgepast nu. Aan de glijsporen in de leem zie je dat dit een tricky afdaling gaat worden. Ik voel dat ik bij elke landing doorglij en moet de opperste focus houden om de wortels te ontwijken.

36 kilometer. Voel nu mijn hele lijf met name de heupen. Stukjes huppelen om los te komen en de spieren wat anders te belasten. Dat is uitstel van executie. Mentaal ga ik het nu ook zwaar krijgen. Niet te veel nadenken hoever het nog is. Je hakt het in stukken maar niet te klein dat werkt averechts. Niet op je horloge kijken. Focus op houding en ritme. Beloon jezelf met kleine dingen. Over een kilometer neem ik het laatste reepje “piep!” trilt mijn horloge. Weer een kilometer. Daar is de laatste verzorgingspost.

Sentimental journey


Bron: Zevenheuvelentrail

38 kilometer. De kuil bij de Heilig Landstichting doemt op. Hier heb ik heel wat kilometers gelopen in mijn roeijaren. In mijn herinnering was hij groter. Jawel we moeten door de kuil en dan de lange trap op ik meen 86 treden. Dat was dan: dobbelsteen gooien en dan zo vaak met je roeigenoot op je rug naar boven.  Bootcampen of trailrunnen ik had er nog nooit van gehoord maar sentimenteel gedacht, misschien is hier wel de kiem gelegd voor Training te velde.
Alsof de duvel ermee speelt bij het ingaan van de laatste kilometer kom ik mijn oud-ploeggenoot en trailmaatje Piet tegen, immer afgetraind. Hij woont hier in de buurt en loopt zijn dagelijkse trainingsrondje. Weet je het nog Piet, vanaf het spoor was het “uitlopen in eigen tempo”. Racen dus. Ach ja jong waren we, arrogant, en we gingen maar niet stuk.

In de verte hoor ik de omroeper. Weer de spoorbrug over. Dat gaat dan opeens weer met een soepele tred. Langs de sportvelden van het Universitair sportcentrum. Finish. Als ik uitloop voel ik dat ik echt tegen de kramp aanzit. Maar: lekker gelopen ruim onder de 5 uur gezien de weersomstandigheden en zwaarte van het parkoers had ik dat echt niet verwacht. Ik zeg niet dat ik nog 10 kilometer door had gekund maar ik voel me nu heel wat beter dan 10 kilometer geleden. Het is ook gewoon allemaal één grote mindfuck. We could be heroes. Just for one trail.